THUISKOMST
Waar de kilte over de akkers jaagt
en de vogel over bevroren water gaat
doorsnijden hooggekante greppels
grenzeloos grijs land
Mij is als kind vertrouwd
het kleine huis
dat aan de stadsrand staat.
ONTMOETING
Bedachtzaam dat ik psalmen las,
spiegels van het innerlijk leven
en ik kwam mezelf weer tegen
in regels van gebroken glas.
DE LATE DAGEN
De late dagen breken aan,
we moeten samen
nog een straatje om,
lachen om niets,
je kus is licht,
je blik gerust,
de late dagen breken aan.
EEN VLINDER
Een zacht zingend koor
van kleine muggen
wiegt klagend
in de waterwilgen
en stijgt en dealt
op de weifelende wind.
In klamme damp
verzinkt de zon
Warm land vloeit
met stilte vol –
op een windzucht zweeft
een late vlinder.
IN DE SUPERMARKT
In een waas van regen
zag ik je op het raam,
je grijze haren beefden
in het schelle licht
Je keek me aan, maar even,
om mij heen vervaagt het leven
en ik knijp mijn vuisten dicht.
DE SCHIMMEL
Staartzwaaiend nadert
uit nevels boven drassig land
in bewegend wit:
het paard
Een ogenblik de ogenglans
dan raakt het zachte rood
mijn open hand.
HET HUIS TEN DONCK
De gang der statige rivier
die langs de groene grienden gaat,
de gang der statige dagen
in het huis dat aan het water staat
De regen geselt mijn gezicht
als de reiger overgaat,
en weer zie ik even op naar het raam:
zo laat en nog verlicht...
VERLIEFD OP HET LICHT
Ik zie zovele vogels vliegen
door lokkend licht omgeven
en landen in ‘t gedicht
Ik prober te zeggen wat ik zie
zal aan het dichten blijven
verliefd op het Licht
AANVAARDING
Wij kijken ten slotte
met meer innerlijke ogen
waar liefde en leven
samen gaan
waar het leven opgaat in beminnen
waar dankbaarheid en stilte
elkaar ter zijde staan
HERHALING
Telkens keert de vogel weer
biddend boven grauwgroen gras
alsof ik niet aanwezig was
daalt hij zachtjes naast mij neer.
ZOMERAVOND
Loom hangt de lucht
boven het avondland
het waterwild droomt
in stille sloten
nog even op de fiets
een libel raakt mijn hand
een late kraai bekrast de stilte
ons verwacht de nacht
---
© Henk Ubas
---