> Terug naar voorpagina van de Ridder Dichters <

*       *       *       *       *       *       *       *       *       *       *



In 't Winterseizoen 2022-23 luidde een suggestie:
Misschien leuk om de vogelgedichten naarvoren te halen.

Het resulteerde in bijdragen van

Emmy Mulder,
Janny Brandsma, Ria Herkelman,
Ineke van den Berge, Siem de Klerk,
Herman Houweling, Faas van Rietschoten.



Ik kwam nog even langs
of het opschoot.
(Foto FvR )





Acht vogelgedichten van Emmy Mulder

Lentebode
Veldboeket
Voorjaar
HAIKU
ELFJE
In vrijheid en verbondenheid
Uitzicht
Zit ik vroeg in de morgen.
---



Lentebode
---
Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen
en de eerste narcissen laten zich al zien
is hun warme kleur in het groene gras
de eerste lentebode al misschien ?

Wat kunnen wij verlangen
naar zonneschijn en lentewind
naar vogels die in hoge bomen
bezingen dat de lente al begint.

Hoe donker het soms ook is
lichtpuntjes zullen er altijd zijn
wij dromen nu al van de zomer
want zon is de beste medicijn.


*   *
*


Veldboeket
---
Als ik wandel door het open land
in de zwoele zomerwind
met boven mij de blauwe lucht
en vogels in hun vlucht
dan moet ik mezelf bedwingen
om niet hardop een lied te zingen.
De natuur toont haar
mooiste kleurenpalet
daarvan maak in gedachten
een fleurig veldboeket
in rood en wit,
blauw, geel en violet,
ook wat groene grassen
die er prachtig tussen passen.
De kleuren zijn vrolijk de geuren zoet
ik kijk om me heen en voel
wat de natuur met me doet
en neurie een lied, het leven is goed.


*   *
*



Kleurrijk
(Foto FvR )


*   *
*


Voorjaar
---
Het voorjaar is al vroeg begonnen in ons land
het frisse groen zie je overal tevoorschijn komen
de madeliefjes bloeien aan de waterkant
en dikke knoppen zetten zich op takken van de bomen.

De vogels zingen blij hun lentelied
zij maken indruk met hun complexe zang
vliegen van boom tot boom, en ik geniet
zit elke morgen op de eerste rang.

De lentebloemen zijn mijn inspiratiebron
de primula en de viool in vele kleuren
zij staan te pronken in de morgenzon
in het voorjaar zie je wonderen gebeuren.


*   *
*


HAIKU
---
KOOLMEES MUS EN SPREEUW
VLIEGEN VAN TAK NAAR TAK OF
ZITTEN OP HET DAK


*   *
*


ELFJE
---
KIJK
EEN MEREL
IN DE COTONEASTER
PIKT RODE BESJES DE
SNOEPERT


*   *
*


In vrijheid en verbondenheid
vliegen grote zwermen vogels
over land en water.
Wie is het die aangeeft hoe ze bewegen
wie bepaalt de vliegrichting
is het de wind of de regen
onafhankelijkheid of
vrijheid in verbondenheid?

Zodra de vogeltrek aanbreekt
vliegen vogels naar verre oorden
naar een zuidelijke streek
over duinen zee en strand
langs kustlijnen en rivieren
eensgezind in groepsverband
naar hun zonnige winterkwartier
om later terug te keren op dezelfde manier.


*   *
*


Uitzicht
---
Tegen de blauwe hemel
boven in de hoge berk
zijn twee eksters aan het werk.

De vogels met hun lange staart
en hun bonte verenkleed
maken samen hun nest gereed.

Ik zie ze gaan, buik en schouders zuiver wit
het kleine lijfje met een blauw/groene glans
kop en borst glanzend zwart, alles in balans.

Tussen de zwarte snavel brengen zij de takjes aan
die ze zoeken in de nog bladerloze bomen,
zo bouwend aan hun onderkomen.

Een beter uitzicht kan ik me niet wensen
wat een ijver, wat een zorg, wat een leven,
een prachtig kunstwerk wordt geweven.


*   *
*


Zit ik vroeg in de morgen
voor mijn raam
zie ik vlugge vogels gaan
zij doen hun best
en bouwen hun nest
met twijg en tak.

koolmees, meeuw
mus en spreeuw
vliegen van boom tot boom
en van tak tot tak
of zitten op het dak.

De regen daalt neer
bomen worden groen
hoeven wij niets aan te doen
hoe mooi is de natuur
als je er oog voor hebt
verwonder je je keer op keer.


---
^




Zonopkomst.
Door de balkondeuren heen.
(Foto FvR )


Zeven vogelgedichten van Janny Brandsma

ZING als een merel in de morgen
Spreeuwen
IJsvogel
Haiku 1
Haiku 2
Kind
Haiku 3
---



ZING als een merel in de morgen
---
VECHT zonder wapens voor de vrijheid
HUIL dikke tranen van verdriet

ZING als een merel in de morgen
BID vouw je handen en wees stil
LACH om de grappen van een kind

ZING als een merel in de morgen
WERK aan een vredevol bestaan
BEWONDER elke dag de schoonheid

Van een zingende merel in de morgen.


*   *
*


Spreeuwen
---
Schouwspel voor zonsondergang
Precies dezelfde plek
Raken ze elkaar niet aan
En volgen zo hun weg
Een wervelende spreeuwenwolk
Uit het noorden aangevlogen
Wonderschoon en sierlijk
Elegant en nauwgezet
Naar voedsel en een slaapplaats zoekend
Zoveel spreeuwen, zoveel mensen
Wat een betoverend gezicht
En ze kronkelen en ontwijken zo de
sperwer en de slechtvalk
Richtingaanwijzer is de zee
Met 37 km per uur nemen ze je
in de wolken mee


*   *
*


IJsvogel
---
Het is een feest om naar te kijken
Metaalblauw versiert zijn rug
En zijn buikje is als vuurwerk
KNALORANJE

Zittend op zijn vaste tak
Zit de vogel stil te turen
In zijn mooie verenpak

Ineens een flits en weg is hij
Hij heeft zijn prooi te pakken
Pats een klap het visje dood
Zo eet hij zijn daag’lijks brood


*   *
*


HAIKU 1
---
roerloos op het nest
waakt de broedende meerkoet
in Japanse tuin


*   *
*


HAIKU 2
---
hoog in de bomen
zoet is de lenteavond
en merelconcert


*   *
*


Kind
---
Ze gingen naar Blijdorp
Een heerlijke dag
De apen, de leeuwen
Ze aten patatjes
Ma vraagt ondertussen
Wat vond je het mooist
Na eventjes denken zei hij
Nou ……….eh
DE MUSSEN !!!


*   *
*


HAIKU 3
---
Mussen op de waslijn
Moeder geeft stukjes brood
Vader gaat dood


---
^





Slikkerveerse kauwen. Door de balkondeuren
heen, einde Graaf van Hoornestraat.





Vogelgedicht van Ria Herkelman

Kouwe kauw
---


Kouwe kauw
---
koud hè?
zegt de ene kauw tegen de andere
boven op de Singelkerkse toren
tja, de winter is weer begonnen
daar valt niks aan te veranderen
maar ik ben nú al half bevroren!

't is wat
elk jaar weer hetzelfde liedje
die kou is wat voor ijsberen
maar niet voor kauwen zoals wij
geloof me, ik ben echt geen mietje
maar ik heb kippenvel onder mijn veren

't is armoe
strakkies is het weer oudjaar
vliegen de vuurpijlen om onze oren
om over rotjes maar te zwijgen
luister: dat bedoel ik maar
wat dóén we hier nog op die toren!

ben't beu
ijs en sneeuw of wind en regen
winters zijn voor dikhuiden
ik heb het helemaal gehad
en kan er domweg niet meer tegen
wíȷ́ gaan ook naar het zonnige zuiden!

ga je mee?
Nederland....tabee!


---
^




Merel ligt merel te zijn...
(Foto FvR)




Vogelgedicht van Ineke van den Berge

Merel
---


Merel
---
zoekend naar water
vindt je je pad
wat ben je mooi
wat ben je gaaf
och, nu ben je helemaal nat

oranje snavel
een mooie staart
je zit te zingen
dat is zoveel waard

zoekend naar bessen
je eet ze rood of groen
laat er een paar hangen
om het morgen weer te doen

---
^


De een zegt tot de ander: Zeg...
(Foto FvR)



Vogelgedicht van Siem de Klerk

Ooievaars
---


Ooievaars
---
In een weiland bij het plaatsje Eén
stonden twee ooievaars bijeen
Wat stonden zij gezellig zo samen
dat konden ze beiden beamen
want alleen is maar alleen
zeker bij dat leuke dorpje Eén.
De één zei tot de ander: zeg,
hadden wij vandaag geen werkoverleg?
we moeten wel sámen werken
en ons niet tot praten beperken.
alleen als mensen samenwerken
is er voor ons reden tot werken.


---
^


Vogelgedicht van Herman Houweling

Identiteit
---


Identiteit.
---
In de hoge bomen zitten twee vogels
tot een gesprek te komen
de meeste branie heeft de reiger
de naamloze is meer een zwijger
zo goed en kwaad, zoals dat gaat
proberen ze elkaar te horen
de een is voor de babbel de ander
voor het luisteren geboren
toch hebben ze samen hun gewilde tak
en beiden hun identiteit nog
niet verloren.



*   *
*


Twee vogelgedichten van Faas van Rietschoten

Graffiti vogel
Wij krijsen! MAAR HOOR
---


Graffiti vogel
---
Illegaal in verf gevangen
op een guur stuk muur -
voelt de graffiti vogel
zich voor schut gezet
met een vlerk voor zijn bek
de ogen wijd opengesperd,
terwijl de maker de
Openbare Weg Galerie
ontvlucht met een selfie.

Illegaal in verf gevangen
op een guur stuk muur -
droomt de graffiti vogel de nacht
van klapwiekkracht,
van vlerken die werken,
van opstijgen en er ook vandoor gaan.
Maar dan zijn de schoonmakers daar.


*   *
*


Wij krijsen! MAAR HOOR
---
Geliefd gaan wij heen mee en mee terug
al zeilend op de wind, er tegen in
gespitst op elke waterwerveling benee
achter Geen toegang rustig neegestreken

Verzetjes zijn het steeds- het strandterras -
daar op stap - beschermd van hogerhand -
snel iets schielijk van een verraste gast
gejat, met vernuftig brute overmacht.

Ons strand - Vasalis noemt het haar vaderland.
Ons duin - aan mens en vos vergeven.
Ons broedsel - besmeurd, door nep vervalst.

Wij. Wij krijsen! Wij schreeuwen het uit! Maar hoor!
Hoor ons jolig roepen ook voorbij de branding rond
'n boot. Hoor onze blijde zeezang naar het strand.

---
^