Vierentwintig Tips van Henk   > Terug naar voorpagina van de Ridder Dichters website <   (Foto FvR, Ameland)
Grasduinen in ...

Medeoprichter Henk Ubas † 2015.
"Hallo Faas, Iets voor de site? Als er te veel van mij op de site staat doe je maar wat weg. Henk." Zo attenteerde Henk via de mail op wat interessant kon zijn.
    Vierëntwintig tips van Henk nemen we mee naar de vernieuwde website. Het wordt door elkaar gepresenteerd, om er in te grasduinen.
    Hieronder handelt de eerste tip over het voorkomen, bestrijden van 'schrijfkramp: als het dichten even niet meer lukt' - nummer 13. Gevolgd door 23. 'Een gedicht schrijven.
 
foto omslag boek

 
 

... de tips van Henk

  1. Ruimte om te schrijven
  2. Schrijven begint bij lezen
  3. Inspiratie is: schrijven!
  4. Keurmerk voor de dichter
  5. Herhaling bevordert woordenschat

  6. Sprookjes
  7. Rijmen hoeft niet.
  8. Tekst en toerusting voor ritueel en liturgie.
  9. Deep reading naar de achtergrond
  10. Van lezen beter denken.

  11. Valt mijn gedicht onder poëzie? Zie Zes richtlijnen
  12. Het beeldend gedicht.
  13. Schrijfkramp: als het dichten even niet meer lukt
  14. 'Wat als?' – Stel jezelf deze vraag voor een bijzondere manier van dichten
  15. Woorden over poëzie van de dichter Jean Pierre Rawie

  16. Creatief schrijven bevordert positief zelfbeeld
  17. Verwondering - Thema Gedichtendag 2014
  18. TIPS OM EEN GEDICHT TE SCHRIJVEN
  19. DICHTEN ALS LEERMOMENT
  20. Pakkende poëzie

  21. Hoe mijn gedichten ontstaan – Hester Knibbe.
  22. De Ridderdichters - wat is dat voor een club?
  23. Een gedicht schrijven
  24. Adviezen

In de Schrijfbibliotheek verscheen in 2010 van Yke Schotanus, Dichten doe je zo. Poëtische technieken en hoe ze te gebruiken. "In een boeiende essayistische stijl laat Schotanus zien dat gedichten schrijven weliswaar weinig regels kent, maar des te meer uitdagingen" liet de uitgever op de achteromslag schrijven. Iets wat Henk ook graag overdroeg.

    Vierentwintig tips van Henk.   > Terug naar voorpagina van De Ridder Dichters website <

 

13. Als het dichten even niet meer lukt

De meeste sprekers hebben last van plankenkoorts. Vlak voor hun toespraak neemt de spanning toe. Dat hebben ze gemeen met iedereen die een prestatie moet leveren: schaatsers vlak voor het startschot, honkballers in het slagperk en … schrijvers en dichters.

Spanning is goed. Voor een goede prestatie is het zelfs nodig. Maar als de spanning te hoog oploopt, vormt dat ineens een belemmering. Ook schrijvers en dichters kennen dat gevoel: er moet iets uit hun handen komen. Het hoort bij de praktijk te voorkomen dat de gebruikelijke en noodzakelijke spanning niet leidt tot overspanning – tot een writersblock of schrijfkramp.

Als u even vastzit - Vastzitten hoort bij schrijven en dichten. Haal diep adem, zing een regel van ‘We zullen doorgaan’ of een ander opbeurend strijdlied en ga gewoon weer aan de slag. Vertrouw erop dat – als u even doorzet – de knoop ontward is, of desnoods doorgehakt. ‘Schrijven en dichten is blijven zitten tot het er staat’, zei Kees van Kooten ooit.

Neem een korte pauze - Zet een kop koffie en zoek bemoedigende en stimulerende ideeën in een boek over schrijven en dichten. Lees iets van een schrijver die u bewondert (tenzij u depressief wordt van die perfectie).
 
 


 

 

Of lees iets wat u verschrikkelijk slecht vindt, liefst op uw eigen terrein. Dan kunt u vervolgens opgewekt aan het werk met het idee: dat kan ik beter.

Zet je gedachten op een rij - Probeer aan een ander te vertellen wat u wilt schrijven. Zet eventueel een recordertje aan en neem het op, zodat de goede gedachten en formuleringen niet verloren gaan. De vragen of het commentaar van de ander, en de inspanning om iets aan een ander duidelijk te maken, kunnen u over het dode punt heen helpen. Bovendien helpt het uw gedachten op een rij te zetten.

Las een korte schrijfpauze in - Stop even met dichten en probeer uw zinnen te verzetten. Luister naar muziek, ga joggen, doe de afwas, bak een taart, maai het gras. Doe dit tot het schrijven helemaal uit uw gedachten is verdwenen en ga dan weer aan de slag. Zorg dat dit een pauze is en geen uitstel.

Zoek een schrijfmaatje - Ga met iemand die ook gedichten schrijft, een huisgenoot of vriend praten die goed kan luisteren (en liefst ook schrijven).

Gelezen door Henk Ubas

 
23. EEN GEDICHT SCHRIJVEN

Dan zou je eerst moeten stilstaan bij wat voor jou eigenlijk een gedicht is. Iedereen kan daar verschillend over denken. Bijvoorbeeld: als ik iets zo mooi mogelijk opschrijf, heb ik poëzie geschreven. Of: als het mooi klinkt is het poëzie. Of: er is een bepaalde regellengte of bladspiegel. Of: het gebeurt op een bepaalde manier, dan heet het gedicht een kwatrijn, een sonnet of een rondeel, bijvoorbeeld. Je hebt je daarbij gehouden aan voorgeschreven regels voor de vorm.


Wat is belangrijk bij het schrijven?

Het is in ieder geval belangrijk dat je je realiseert wát je wilt schrijven en hóe je het opschrijft. Soms kan het even duren voordat je weet welke manier van dichten het beste bij jou past. Het hoort bij het ontwikkelingsproces van een dichter om dit voor zichzelf te ontdekken. Sommige mensen hebben liever een vaste vorm, die structuur biedt aan de veelheid aan beelden en woorden die de schrijver voor zich ziet. Het biedt deze dichters kracht en veiligheid. Anderen geven de voorkeur aan een vrije vorm om op hun eigen manier te kunnen zeggen wat men kwijt wil.


Hoe kom je tot poëzie?

Dat is de hamvraag natuurlijk. Ik denk dat een deel van het antwoord zit in het benoemen van de dingen waarover je schrijft. Voor ieder voorwerp hebben wij een woord, voor heel veel andere, abstracte zaken ook, maar de kunst is om de dingen te beschrijven met eigen gevonden woorden en beelden en die op een bepaalde manier te rangschikken. Het hele precieze benoemen leidt tot feitelijke waarnemingen. Dat kan ook een invalshoek zijn bij poëzie, maar doet soms teveel denken aan een te nuchtere beschrijving. Dus probeer je het anders. Je voegt samen, je vergelijkt, je associeert. Je experimenteert met woorden die er niet zijn, maar die er evengoed wel hadden kunnen zijn, omdat jij ze nu eenmaal gevormd hebt. Al dat soort dingen kunnen een tekst spannend maken, of mooi laten klinken, of de lezer zich iets laten herinneren of hem laten glimlachen.


Is je gedicht een succes?

Als je als dichter dat soort dingen nastreeft, ben je met poëzie bezig. Of het resultaat in de smaak valt, bepaalt in eerste instantie de schrijver. Als hij de tekst zelf eigenlijk niet de moeite waard vindt, zou hij het gedicht ook nog niet op zijn lezers moeten laten loslaten, tenzij hij het gevoel heeft dat zijn lezers hem verder kunnen helpen met hun reacties. Er zit verschil in het plezier hebben bij het schrijven en de kwaliteit van dat schrijven. Soms wordt er een bepaalde waarde aan gedichten toegekend. Er zijn sites waarop iedereen zijn gedichten (vrijwel) kritiekloos kwijt kan. Er zijn ook sites waar de gedichten alleen maar te lezen zijn, bijvoorbeeld op de eigen weblogs. Op bepaalde sites kan je gedicht door andere dichters van kritiek worden voorzien.


Een kwestie van leren?

Je leert door zelf veel te schrijven en je gedichten door anderen te laten lezen en beoordelen. De kritiek die je krijgt kan je verder op weg helpen, maar je kunt het natuurlijk niet iedereen naar de zin maken. Je schrijft in de eerste plaats voor jezelf, met in je achterhoofd de bedoeling om het ook lezenswaardig te maken. Dichters die graag leren van kritiek doen er dan ook goed aan niet alleen naar hun eigen gedichten te kijken, maar ook naar die van anderen èn de kritiek die daarop gegeven wordt. Daar leer je evengoed van als kritiek op je eigen gedicht Daardoor zie je ook vaak goed waar je met je eigen gedichten staat. Het is niet alleen een kwestie van leren, maar ook ontwikkelen van wat je in je hebt. Het plezier in gedichten schrijven is gelukkig voor veel meer mensen weggelegd dan er succes mee hebben. En daar is niets mis mee.





24. ADVIEZEN

Niemand heeft ooit beweerd dat een goed gedicht schrijven 'een makkie' is. Er bestaan geen toverformules voor en er bestaat niet zoiets als 'goed' of 'fout' als het om poëzie gaat. Wat een mooi gedicht is, is namelijk vaak iets heel persoonlijks: is het verrassend, herkenbaar, of 'raakt' het je zelfs misschien?

Er is wel iets anders. Er zijn een aantal algemene kenmerken te noemen die een gedicht goed kunnen maken. Andersom geldt ook: er zijn een aantal dingen die een gedicht vaak minder mooi maakt.

Deze tekst is bedoeld om je een paar tips te geven om jouw gedichten beter te maken, zoals een voetbaltrainer aanwijzingen kan geven aan zijn spelers Net zo goed als dat niet ieder teamlid een topvoetballer wordt, zal niet iedereen die dit heeft gelezen een topdichter worden. Dat heeft ook met aanleg te maken. Maar het kan leuk zijn om steeds betere gedichten te schrijven; voor jezelf, én voor anderen die jouw gedichten lezen.

Ik spreek uit ervaring als ik zeg dat voor gedichten schrijven hetzelfde geldt als voor een heleboel andere dingen: oefening baart kunst. Bijna niemand is een natuurtalent, een mooi gedicht volgt vaak pas na dikke stapels teksten die bij het oud papier belandden. Ik hoop met de volgende tips het oefenen wat makkelijker te maken.

1. Beschrijf geen emoties, maar roep emoties op.

Mensen vinden gedichten vaak mooi omdat het over gevoelens bij een bepaalde situatie of een bepaalde persoon of voorwerp gaat. Dat kan de kracht van een gedicht zijn: het ontroert de lezer. Je moet hier alleen heel voorzichtig mee omgaan. Door precies te zeggen waar het op staat en welke gevoelens je zelf ervaart 'blokkeer' je als het ware deze emotie bij de lezer. Een emotie is iets wat je moet voelen, niet iets wat je begrijpt wanneer het uitgelegd wordt. Probeer subtiel te omschrijven wat je voelt aan de hand van beelden en associaties. Dan komt het gevoel vaak veel beter over

2. Rijmen hoeft niet.

Als je kijkt naar de inzendingen voor een gedichtenwedstrijd kiezen velen ervoor hun gedichten te laten rijmen. Dit mag (vroeger deden bijna alle dichters dat), maar het hoeft zeker niet. Het voordeel van (eind)rijmen is dat het mooi kan klinken, en dat je na elke zin weer een aanknopingspunt hebt voor (het einde van) de volgende zin. Bedenk je alleen wel dat je gedicht hierdoor minder verrassend wordt: de lezer kan gaan gokken welk rijmwoord je aan het einde van de volgende zin gaat gebruiken. Hierdoor wordt een gedicht vaak voorspelbaar en minder uniek.

3. Vermijd clichés.

Inmiddels weet iedereen dat rozen rood zijn, en de lucht – als het mooi weer is – blauw. Ook de vergelijking van een traan en een regendruppel is al erg vaak gebruikt. Zulke woordcombinaties noem je clichés. Een cliché is een veelgebruikte en daardoor afgesleten uitdrukking, zegswijze, beeldspraak of vergelijking. Je wilt graag iets nieuws laten horen in je gedicht, probeer dan clichés te vermijden en je eigen (vaak veel mooiere) woorden te gebruiken.

4. Een beetje mysterieus

De kunst van een gedicht is vaak om niet precies te zeggen wat je bedoelt. Zeg niet dat je verliefd bent, maar probeer met andere woorden en beelden dit duidelijk te maken. Dit betekent niet dat je het moet uitleggen, maar een soort aanwijzingen geven, een tipje van de sluier oplichten. Door informatie weg te laten (waar speelt het gedicht zich af, wie is de ‘hij’ precies? ) maak je het gedicht spannend, en vertel je eigenlijk meer. Meer, omdat de lezer zelf invulling kan geven aan de precieze betekenis van jouw gedicht! Er is wel een schaduwzijde: onbegrijpelijkheid kan leuk zijn, maar het zou jammer zijn als niemand een idee zou hebben waar het over gaat. Daarom is het vaak het beste een tussenweg tussen duidelijkheid en mysterie te kiezen.

5. Probeer te verrassen

Een gedicht schrijven is vaak een spel met woorden. Bedenk nieuwe woorden (neologismen), of gebruik bestaande woorden anders dan normaal. Bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord als een werkwoord. Gebruik eens woorden bij elkaar die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben, of geef je gedicht een verrassende wending, en je zult zien dat het een mooi resultaat oplevert. Denk ook eens aan een verassende of grappige wending aan het einde van een gedicht.

6. Maak gebruik van beelden en associaties

Een veel gebruikt en mooi middel om je tekst tot een echt gedicht te maken is beeldspraak. Als we denken aan iets bepaalds en daarbij komen andere dingen in de gedachten, dan spreken we van beeldspraak. Dit gebeurt vaak als beide dingen een overeenkomst hebben. Deze overeenkomst heet associatie Beeldspraak kan dingen en gevoelens die je niet goed kan uitleggen vaak op een mooie, treffende en unieke manier overbrengen. Beeldspraak heb je in heel veel verschillende vormen. Een veelgebruikte vorm is de vergelijking. Toch hoeft een beeld niet per se een vergelijking van het ene met het andere te zijn: je kan ook een beeld bedenken dat volgens jou wat je wilt zeggen ondersteunt.

7. Maar gebruik van klank.

Een gedicht kan mooier worden als de klank de inhoud ondersteunt. Hier zijn truckjes voor. Een voorbeeld hiervan is rijm (eindrijm, binnenrijm), maar ook alliteratie (beginrijm) en assonantie (halfrijm van beklemtoonde klinkers) kan hierbij helpen. Ook kan de toon van een gedicht de inhoud ondersteunen. Hier zijn niet echt regels voor, maar door je gedicht hardop te lezen kun je het vaak wel horen.

8. Het hoeft niet over ‘grote dingen’ te gaan.

Gedichten gaan vaak over hele ‘grote’, belangrijke dingen: liefde en verliefdheid, je somber voelen, een overleden persoon die je goed kende. Veel mensen herkennen deze gevoelens. Omdat ze zo sterk en belangrijk zijn komen ze vaak in gedichten tot uiting. Echter, een goed gedicht hoeft echt niet per se over iets ‘groots’ te gaan. Het is moeilijk iets eigens te schrijven over onderwerpen waar al zo veel over geschreven is. Vaak kan een klein detail uit je alledaagse leven ook een mooi en uniek gedicht opleveren. Humor kan hier ook een rol in spelen.

9. Lees, lees, lees!

Niet alleen zelf oefenen met schrijven, maar ook het lezen van gedichten van (bekende) dichters kan erg helpen bij het verbeteren van je eigen gedichten. Ga eens naar de bieb en zoek een mooie (verzamel)bundel. Vraag je af waarom je een gedicht mooi vindt. Maar pas op: je hoeft andere dichters niet na te doen. De kracht van een gedicht is vaak de eigenheid van de schrijver, jong of oud. Zoals ik in de inleiding al schreef bestaat er in de poëzie niet zoiets als ‘goed’ of ‘fout’. De negen tips die ik hier boven heb gegeven zijn dan ook geen wetten voor het schrijven van een goed gedicht. Ik ben er alleen wel van overtuigd dat de tips ingrediënten kunnen zijn voor een mooi gedicht. Probeer het uit, oefen er eens wat mee en laat andere mensen je gedichten lezen. Ik hoop dat er heel veel mooie gedichten uitkomen.

(Henk Ubas. Een deel naar een tekst uit Poëzie-Leestafel)

 

9. Deep reading naar de achtergrond

Bron: Schrijven online - Een recente studie heeft aangetoond dat deep reading, wat staat voor langzaam, zorgvuldig en gedetailleerd lezen, bedreigd wordt in onze moderne samenleving door superficial reading op het web (oppervlakkig lezen).

Deep reading gaat niet enkel om het decoderen van woorden, maar is een zorgvuldige handeling. Hoewel bij deep reading het boek als materieel object geen belangrijke rol speelt, helpt de manier waarop een boek opgebouwd is wel bij de deep reading ervaring. Bij een boek wordt een lezer namelijk niet afgeleid door hyperlinks die hem of haar dus uit de concentratie halen. In een boek hoeft een lezer dus geen keuzes te maken zoals op het web.

De ‘onderdompeling’ in een boek is van groot belang wil een lezer een deep reading ervaring meemaken. Dit verschilt met information-driven reading op het web, dat minder aantrekkelijk en minder bevredigend is. Een lezersonderzoek uit mei 2012 van de Britain’s National Literacy Trust, bestaande uit 34.910 deelnemers tussen acht en zestien jaar, heeft aangetoond dat 39 procent van de deelnemers dagelijks op het web leest terwijl 28 procent dagelijks voor een geprinte versie kiest. De jongeren die op het scherm lezen, gaven aan dat ze minder genieten van het lezen en geen favoriet boek hebben.

Volgens psycholoog Victor Nell bevindt een deep reader zich in een hypnotische trance wanneer hij een boek aan het lezen is. Nell meent dat wanneer een lezer geniet van een boek, hij minder snel gaat lezen en hierdoor de kans heeft om te reflecteren, analyseren en zich een mening te vormen over het boek. Jonge lezers van tegenwoordig delen deze ervaring echter niet. Hun leeswijze is heel pragmatisch, waardoor zij voornamelijk oppervlakkig lezen en niet de deep reading ervaring meemaken.

Gelezen door Henk Ubas

 

6. Sprookjes

Sprookjesbeelden brengen het denken in beweging en stimuleren de verwondering. Sprookjes prikkelen en ontwikkelen ook de fantasie van de lezer waardoor de verbeeldingskracht geactiveerd wordt en de lezer nieuwe beelden voor zichzelf kan creëren. Iedere volwassene weet dat sprookjes een moraal bevatten. Bij een kind gebeurt dit intuïtief in de vorm van beeldentaal. Een leugen of een slechte daad kunnen zij herkennen door de oprechtheid en de waarheid die daartegenover staat.

De ontwikkelingsweg van een mens waarbij verschillende uitdagingen, opdrachten of waarschuwingen aan de orde komen, zijn vaak voorbeelden van een dergelijke moraal. De voorgelezen vertellingen zijn niet direct begrijpelijk voor kinderen, maar ze herkennen wel de levenslessen in een beeldentaal die bekend is bij hen.

Henk Ubas

 
7. Rijmen hoeft niet.

Als je kijkt naar de inzendingen voor een gedichtenwedstrijd kiezen velen ervoor hun gedichten te laten rijmen. Dit mag (vroeger deden bijna alle dichters dat), maar het hoeft zeker niet. Het voordeel van (eind)rijmen is dat het mooi kan klinken, en dat je na elke zin weer een aanknopingspunt hebt voor (het einde van) de volgende zin. Bedenk je alleen wel dat je gedicht hierdoor minder verrassend wordt: de lezer kan gaan gokken welk rijmwoord je aan het einde van de volgende zin gaat gebruiken. Hierdoor wordt een gedicht vaak voorspelbaar en minder uniek.

Henk Ubas

 

1. Ruimte om te schrijven

Ik schrijf dit aan mijn bureau in mijn woonkamer, met de kat op de bank voor me en de hond in de buurt van mijn voeten. Ik kijk uit op de tuin, waar een boom voor een muur staat en gele bladeren in plassen liggen, het motregent. Naast mijn computer staat een beker koffie, de verwarming staat aan. Ik schrijf meestal thuis, soms onderweg, ik heb geen kantoor of atelier. Ik kan hier werken alsof de omgeving niet bestaat; ik word hooguit afgeleid door een nieuw geluid bij de buren. Als ik ergens anders zou schrijven, zou ik anders schrijven. Ik zou ook iemand anders zijn – wanneer je een kenmerk verandert, verandert in het kielzog daarvan alles mee.

Virginia Woolf schreef in haar bekende essay A Room of One’s Own dat vrouwen geld en een eigen ruimte nodig hebben om te kunnen schrijven. Het gaat Woolf zowel om ruimte in de literaire traditie – die moeizaam verworven ruimte die steeds opnieuw bevochten moet worden en ook nu, bijna honderd jaar na het verschijnen van het essay, nog lang niet vanzelfsprekend is – als om een fysieke ruimte. Het hebben van die ruimte is geen luxe maar een noodzaak om goed te kunnen schrijven. Als voorbeeld voert Woolf de fictieve zus van Shakespeare op, die hetzelfde talent had als haar bekende broer maar die dat door sociale onderdrukking niet kon ontwikkelen en met wie het niet goed afliep.

Het essay is een beschrijving van de stand van zaken omtrent vrouwen en literatuur in 1928 en de geschiedenis daarvan tot dat moment (een geschiedenis die nog steeds niet compleet beschreven is) maar het is bovenal een aansporing aan vrouwen om hun eigen stem te laten horen. Ik denk dat die uitgebreid kan (en zou moeten) worden naar andere sociale groepen die ondervertegenwoordigd zijn in de literaire wereld en in het maatschappelijke debat.

Het verband dat Woolf expliciteert tussen fysieke ruimte (financiële onafhankelijkheid) en artistieke ruimte, is ook relevant. Het laat zien hoe waar we (sociaal, economisch, cultureel) in de wereld beginnen van invloed is op onze kansen en mogelijkheden. Niet iedereen kan zich aan haar of zijn beginpositie ontworstelen en de keerzijde van het laten horen van de eigen stem is het luisteren naar de stemmen van anderen. Wie ruimte heeft om te schrijven, zou die niet alleen voor zichzelf moeten gebruiken maar zou ook andere stemmen onder de aandacht moeten brengen.

(gelezen door Henk Ubas maart 2013)

 

10. Van lezen ga je beter denken

Bron: Trouw - Mensen die literaire fictie lezen, denken beter na en nemen minder impulsieve beslissingen. Dat blijkt uit onderzoek van de University of Toronto. Literatuur opent de geesten van mensen, zo formuleren de onderzoekers het effect van het lezen van romans.
De onderzoekers deden onderzoek naar de reacties van 100 studenten. De ene helft van de groep las een fictief verhaal, de andere helft een essay. Proefpersonen die fictie hadden gelezen bleken minder moeite te hebben met onzekere situaties en hadden minder problemen met ambiguïteit.

Gelezen door Henk Ubas

 

2. Schrijven begint bij lezen

Afgelopen weekend maakte ik noodgedwongen gebruik van het openbaar vervoer.

Met de verhalen over vertragingen en overvolle treinen in het achterhoofd houd ik mijn hart vast. Het is weliswaar geen wereldreis, maar zitten lijkt me comfortabeler dan hangen aan een paal op een overvol balkon. Gelukkig is er plaats genoeg.

Met de jas aan het haakje en mijn nieuw gekochte boek installeer ik me op een nogal bolle tweezitter. Ik schrijf graag en schrijven begint nu eenmaal met lezen. Ik zit in een intercity en heb een rechtstreekse verbinding. Vlak voordat we Zutphen binnenrijden schrik ik op van de door de intercom schallende stem van de conducteur:
‘Goedemiddag, dames en heren. Wij naderen station Zutphen. Wegens een defecte werktrein op het spoor wordt u allen verzocht te Zutphen de trein te verlaten. Er staat een andere trein gereed op spoor 1 en wilt u indien mogelijk met spoed overstappen? Ik herhaal…’
Ik verwacht niet te hoeven rennen, maar vanwege de snelheid waarmee de medepassagiers het station overstuiven hol ik hard.

De gereedstaande trein is afgeladen. Het is een nogal verouderd type boemeltje, en in het hoekje van een coupé met alleen maar klepbankjes vind ik nog een plaatsje. Het klinkt er als een kippenhok en als ik om me heen kijk, constateer ik dat er alleen maar vrouwen in de coupé zitten. Het merendeel is een groep jonge meiden die geestdriftig papieren aan het invullen zijn. Het zijn het soort meiden die, als ze in een andere regio van het land zouden wonen, met gemak Gooische meiden zouden kunnen zijn. Goed gekapt, mooie kleding en een ietwat nuffige uitstraling. Nieuwsgierig volg ik de gesprekken die voornamelijk gaan over de teruggavenformulieren die je tegenwoordig bij vertragingen blijkbaar kunt inleveren.

Als de een na de ander klaar is met invullen, nemen de gesprekken een andere wending. Er wordt vertederd gekeken naar een klein baby’tje dat bij haar mama op schoot zit. De link met kleine hondjes is snel gemaakt. Het knapste meisje van de zes zegt tussen twee happen chips door:
‘Ik zou wel een chihuahua willen. Dat vind ik zulke leuke hondjes en zo lekker klein, die passen perfect in een tas.’
Het enige dikke meisje van de groep haalt haar neus op.
‘Geef mij maar een labrador.’
Haar buurvrouw, die onderuitgezakt naast haar zit, zegt;
‘Dat lijkt me helemaal niks, een hond. Vreselijk, dan ben je zondags lekker de hele dag in je pyjama en dan moet je eruit om de hond uit te laten. Nee, dat zie ik echt niet zitten.’
Waarop het donkerharige meisje dat aan de andere kant van de coupé zit in alle ernst vraagt: ‘Maar jij woont toch in een flatje?’
‘Nou, dan hang je hem toch gewoon uit het raam?’

De volgende treinreis neem ik geen boek, maar een notitieblok mee. Schrijven begint bij leven.

(gelezen en bewerkt door Henk Ubas maart 2013)

 

3. Inspiratie is: schrijven !

Inspiratie bestaat niet. Tenminste niet in de vorm van een ingeving van boven waar je op wacht en die ervoor zorgt dat wat je schrijft (of tekent, of componeert, of welke kunstvorm je dan ook beoefent) direct goed is en eeuwigheidswaarde heeft. Maar treur niet. Ingevingen bestaan, toevalstreffers bestaan, er zijn woorden die je opschrijft zonder erover na te denken en die goed blijken te zijn, waarvan het lijkt alsof je ze niet zelf bedacht hebt. Die komen echter pas wanneer je schrijft. Niet een keer maar vaak en veel. Je leert schrijven door te schrijven en je schrijft door te schrijven. Dus als je wil schrijven: schrijf.

Wanneer je weinig ervaring hebt met schrijven of het moeilijk vindt om je ertoe te zetten, is het verstandig om een weblog te beginnen waarvoor je iedere dag een stukje schrijft. De inspiratie daarvoor vind je in je omgeving, in de grote en kleine dingen die om je heen gebeuren. Goed kijken en luisteren zijn belangrijk, als je dagelijkse gebeurtenissen op een interessante manier weet op te schrijven, ben je al een heel eind. In het verlengde hiervan is het de moeite waard om je correspondentie serieus te nemen. Zorg dat de brieven en e-mails die je aan vrienden stuurt de moeite van het lezen waard zijn, qua inhoud en qua vorm.

Drijfveren

Je staat als schrijver in dienst van het verhaal (dat kan een kort verhaal zijn of een roman of een gedicht). Het is jouw taak om dat zo goed mogelijk op te schrijven. Het werk is belangrijker dan de maker. Wanneer je schrijft om schrijver te zijn of omdat het je leuk lijkt om een keer een boek te schrijven, zou ik zeggen: schrijf niet. Het is namelijk vaak niet leuk en het is ook niet de bedoeling dat het leuk is, het leven zelf is ook niet leuk. Het is een serieuze aangelegenheid. Als je het leuk vindt om te schrijven maar geen professionele ambities hebt, is er geen probleem. Maar je drijfveren onderzoeken kan zinnig zijn. Waarom schrijf je, wat wil je bereiken? Wanneer je serieus bent: wacht niet op inspiratie maar schrijf, oefen, werk, maak uren, zeur niet, laat je niet afleiden en doe je uiterste best.

(gelezen en bewerkt door Henk Ubas maart 2013)

 

5. Herhaling bevordert woordenschat

Herhaling en vertrouwdheid: twee ingrediënten die bijdragen aan de leesontwikkeling van een kind en zorgen voor de opbouw van hun woordenschat.

Een recent onderzoek door de Britse psycholoog Jessica Horst heeft uitgewezen dat herhaaldelijk lezen van favoriete kinderboeken vertrouwelijkheid creëert bij jonge kinderen. Voor haar onderzoek verdeelde Horst twee groepen peuters van drie jaar oud en controleerde hoe snel ze nieuwe woordjes zouden onthouden en herkennen.

Gedurende een week werd aan de eerste groep kinderen hetzelfde verhaal voorgelezen waarin de nieuwe woorden drie keer in voorkwamen. Aan de andere groep werden verschillende verhalen voorgelezen met dezelfde woorden. Kinderen die hetzelfde verhaal voorgelezen kregen, onthielden meer woorden dan peuters die verschillende verhalen voorgelezen kregen. ‘Kinderen leren beter wanneer ze informatie herhaaldelijk te horen krijgen, zelfs informatie die zij niet proberen te leren,’

Het betekent echter niet dat je een heel bibliotheek aan kinderboeken moet aanschaffen. Hetzelfde boek steeds opnieuw voorlezen helpt ook: ‘less is more.’

(gelezen en bewerkt door Henk Ubas maart 2013)

 

12. Het beeldend gedicht

Gevoelens, gedachten en observaties kun je opschrijven in korte bewoordingen die voor ieder bekend en begrijpelijk zijn. Grote levensthema’s als liefde, dood en vergankelijkheid vind je vaak in het werk van de kunstenaar. Dus ook in dat van de dichter. Het zijn thema’s die iedereen kent en raakt. Maar de woorden die ervoor staan, zijn ons zo vertrouwd dat ze door de jaren heen zijn versleten. Door veelvuldig gebruik zijn ze clichématige bewoordingen geworden. Een beeld gebruiken om versleten woorden te vermijden, is een manier om spanning in een gedicht aan te brengen.

Een goed gedicht heeft meerdere lagen, een dubbele betekenis, een universele waarheid die de geoefende lezer tussen de regels vindt. Om die gelaagdheid gestalte te geven, kun je gebruik maken van beeldspraak. In een beeldend gedicht neem je een beeld om te tonen wat je wil zeggen in plaats van dat je het noemt.

Bijvoorbeeld: in een zin kun je spreken over een woedende of opvliegende man, maar je kunt ook zeggen: met een ruk schoof hij zijn stoel naar achteren. Op deze manier toon je de gemoedstoestand van de man zonder die te noemen. Later ga ik hier dieper op in.

Wat je denkt, voelt en ziet, brengt een reactie teweeg. Het blijft in je (hoofd) zitten. Het moet eruit. Je wilt er iets over zeggen. Een schrijver of dichter drukt zich uit door middel van de taal. Het papier is je werkterrein, de taal is je gereedschap. Gebruik de taal optimaal, want die is onuitputtelijk. Er zijn zoveel hoeken in de taal waar je nog niet bent geweest. Dus, ga op onderzoek uit en schuif de meest voor de hand liggende woorden opzij. Zoek synoniemen of woorden die zijdelings met het onderwerp te maken hebben. Voordat je het weet, kom je veel verrassende mogelijkheden in de taal tegen.

Henk Ubas
 

4. Keurmerk voor de dichter

Erkende dichters

Gedichten en dichters zijn er in alle soorten en maten. Om wildgroei te voorkomen, zal er vast ooit een keurmerk komen voor de erkende dichter. In de checklist daarvoor hoeft volgens mij maar één vraag te staan: heb je jezelf erkend als dichter?

Je kunt ook vinden dat anderen je eerst moeten erkennen en daarop braaf en lang wachten. Of erop vertrouwen dat jij een van die bijzondere kunstenaars bent die pas na de dood door anderen ontdekt en erkend worden.

Najaarsdichters

Er zijn zogenaamde najaarsdichters. Het zijn mensen die pas na hun pensioen het schrijven ontdekt hebben. Ze zeggen bij herhaling dat wat zij schrijven niet goed of niet belangrijk is. Ze noemen het een hobby en vinden het schrijven ‘gezellig’.

Maar bij een aantal van deze dichters zie en proef ik dat schrijven noodzaak heeft. Uit hun pen komt wat een leven lang heeft gegist en gebroed. Ik houd van deze najaarsdichters. Ik erken ze maar hoop vooral dat ze ook zichzelf als dichter erkennen.

Soms is het moeilijk om het hardop te zeggen. Maar als je een dichter bent, dan weet je dat van binnen. Het zit in je voelen, je denken, je lijf en je bloed. Als anderen bewijs willen, kun je hun een los gedicht of een bundel van eigen hand laten zien.

(gelezen en bewerkt door Henk Ubas maart 2013)

 

20. Pakkende poëzie

Een gedicht kun je op veel verschillende manieren schrijven. Je kunt bijvoorbeeld een gevoel, maar ook een gebeurtenis als uitgangspunt nemen. Hier volgen een paar tips voor het schrijven van pakkende poëzie.

Maak het concreet De kracht van een goed gedicht schuilt in het beschrijven van concrete beelden. Schrijf bijvoorbeeld niet letterlijk op dat je je gelukkig voelt, maar beschrijf een beeld waaruit dat gevoel spreekt. De dichteres Tjitske Jansen doet dit treffend in het gedicht ‘Mevrouw Julia doet de ramen open’ uit haar poëziebundel Het moest maar eens gaan sneeuwen (2003):

'Mevrouw Julia doet de ramen open
en ze weet geen woord voor de lucht die haar wangen aanraakt
en de zon heeft de kleur van honing'

Door een concreet beeld als dit te gebruiken in plaats van het benoemen van emoties, kan de lezer zich inleven in het gedicht.

Rijm of geen rijm Het idee dat een gedicht moet rijmen kan beperkend werken. Probeer daarom dwangmatige eindrijm te vermijden. Soms kan het juist verfrissend zijn om niet rijm als uitgangspunt te nemen. Veel dichters schrijven tegenwoordig vrije verzen. Deze gedichten hebben dus geen vaste versvorm. Rijmen kan natuurlijk wel, maar realiseer je dat er meer mogelijk is dan eindrijm. Je kunt bijvoorbeeld ook alliteraties gebruiken of middenrijm.

Hardop lezen Als je jouw gedicht hardop leest, hoor je de klanken beter. Hierdoor kom je erachter of een woord mooi klinkt, of dat je beter op zoek kunt gaan naar een synoniem. Door hardop te lezen hoor je ook het ritme van je tekst en weet je waar je eventueel nog kunt schrappen of uitbreiden.

Het onverwachte Daag jezelf uit en schrijf eens een gedicht met een onverwachte wending. Het maakt je gedicht namelijk verassend en levendig.

Zoek een proeflezer
Een gedicht kan op talloze manieren worden geïnterpreteerd, maar als schrijver heb je doorgaans één specifieke interpretatie in gedachten. Laat jouw gedichten dan ook eerst proeflezen. Zo kom je erachter of het gedicht misschien totaal anders wordt geïnterpreteerd dan jouw bedoeling was. Na het proeflezen kun je kijken met welke beelden en eventuele metaforen je jouw gedicht kan versterken, zodat de betekenis overkomt die jij voor ogen hebt.

Gelezen door Henk Ubas

 

14. 'Wat als?' – Stel jezelf deze vraag voor een bijzondere manier van dichten

Wat als?', 'stel je voor dat' en 'hoe zou het zijn'... Sinds kort heb ik ontdekt dat er leuke gedichten ontstaan als ik mezelf dit soort vragen stel. Een tijdje geleden waren we thuis druk bezig. Er moest van alles gebeuren: achterstallige klusjes wegwerken, wekelijkse schoonmaak doen, boodschappen halen. De dag was zo gevuld.

Uit haar grote comfortabele stoel bekeek onze kat minachtend al die bedrijvigheid.

Wat zou die luie kat van ons vinden, dacht ik terwijl ze met haar blik ons volgde vanuit haar "troon". Ik dacht erover na, ging zitten en pakte mijn laptop erbij. Enige dagen later had ik een van de leukste gedichten uit mijn collectie getypt, al zeg ik het zelf.

Onlangs werkte het voor mij opnieuw. Voor een fantasiegedicht waarmee ik al een tijdje bezig ben, heb ik veel nagedacht over de gevoelens van de persoon in dit gedicht, iemand die verder leven moest na een verlies.

Nu bekeek ik de situatie vanuit een ander oogpunt: dat van een goede vriend. Wat zou hij denken en voelen? Stel je voor dat je omgaat met iemand met zo'n emotionele bagage. Zou het verleden dan een belemmering zijn?

Al deze vragen stuurden mijn fantasie in een heel andere richting dan het bestaande gedicht. Met als gevolg - nog een gedicht met een nieuw ritme en tijd.

Onverwachte vragen aan jezelf stellen heeft vaak een verrassend resultaat. Een keer niet met de ogen van een hoofdpersoon naar de situatie kijken, maar met die van zijn vriend, collega of gewoon een voorbijganger. Jezelf afvragen wat zou er gebeuren als... Nadenken over de verschillende opties. Want die vraag heeft meestal meer antwoorden, en dus – meer gedichten.

Voor degenen met fantasie, veel tijd en die het eens willen proberen.

Henk Ubas

 

 

16. Creatief schrijven bevordert positief zelfbeeld

(een verhaal waarin bepaalde zaken ook best voor een dichter zouden kunnen gelden. H.U.)

Veel mensen koesteren de wens om te gaan schrijven, maar lijken zich er nooit toe te kunnen zetten. Hiervoor zijn vanzelfsprekend veel oorzaken, maar een veelvoorkomende is gebrek aan zelfvertrouwen. Uit onderzoek blijkt echter dat creatief schrijven het zelfvertrouwen juist bevordert.

Eén van de gevolgen van een laag zelfvertrouwen is dat je jezelf minder in staat acht om een succesvol verhaal te kunnen schrijven. Je herschrijft veel omdat je bepaalde scènes niet goed vindt, of je laat het werk liggen omdat je denkt toch niet een goed verhaal te kunnen schrijven.

Veel van deze gedachten zijn weg te werken juist door aan de slag te gaan. Soms betekent dat dat je jouw grote project even aan de kant moet leggen en je bezig moet houden met creatieve schrijfopdrachten, of met anderen gezamenlijk aan de slag moet gaan om elkaar te ondersteunen.

Onderzoek

Een onderzoek van Alan Maley van Humanising Language Teaching toont aan dat er meerdere voordelen op het gebied van zelfbeeld teweeg worden gebracht door creatief schrijven. Het onderzoek bestond uit een enquête onder ca. vijftig leraren creatief schrijven en toonde onder andere het volgende aan:

Creatief schrijven helpt bij taalontwikkelingen op het gebied van grammatica, vocabulaire, gesprekken en klankleer. Creatief schrijven bevordert speelsheid. Vooral opdrachten die schrijvers laten spelen met woorden geven een mate van vrijheid. Hierdoor ontdekken schrijvers niet alleen hoe ze beter kunnen schrijven, maar ontdekken ze ook meer over henzelf zonder dat ze zich hoeven te schamen voor hun schrijfwerk. Creatief schrijven activeert delen van de rechterhersenhelft, die in verband staat met gevoelens, fysieke sensaties en intuïtie. Het gebruik van deze hersenhelft brengt balans, vooral bij mensen die voornamelijk de linkerhersenhelft gebruiken, die in verband staat met logica en rationaliteit. De motivatie om te schrijven die voortkomt uit deze factoren toont een sterke toename in zelfvertrouwen en eigenwaarde aan.

Uit het artikel blijkt bovendien dat lessen en workshops voor creatief schrijven zeer bevorderlijk werken voor motivatie en zelfbeeld. Door actief bezig te zijn met creatief schrijven, zul je ook creatiever gaan lezen. Je leert de tekst te begrijpen en zelf te construeren, wat op zijn beurt effect heeft op jouw schrijven. ‘Er is maar één ding dat beter is dan lezen om schrijven te ontwikkelen, en dat is schrijven!’ aldus Maley.

(gelezen door Henk Ubas)

 

15. Woorden over poëzie van de dichter Jean Pierre Rawie

Voor de Kunstbijlage van de Volkskrant van 20 december 2001 stelde Jean Pierre Rawie een kleine bloemlezing samen uit verzen van Remco Campert, Jan Eijkelboom, Ida Gerhardt, C.O. Jellema, Jan Kal, Gerrit Komrij, Gerrit Kouwenaar, Gerard Reve en Driek van Wissen. Hij leidde dat als volgt in:

"De instelling van de Nationale Gedichtendag, twee jaar geleden, bergt, naast de positieve kant (meer aandacht voor het gedicht, dichters overal in het land in het wild te bekijken etc), het grote gevaar in zich dat menigeen zal denken: 'Zo dat hebben we ook weer gehad', om de rest van het jaar geen dichtbundel meer open te slaan.

Poëzie is immers een kunst waarover overigens beschaafde mensen zonder gezichtsverlies kunnen zeggen dat ze 'er niks mee hebben' (deze eigenaardige uitdrukking hoor je verder alleen met betrekking tot ballet, geloof ik; over muziek of schilderkunst zou niemand zich in dier voege durven uiten). Dat ligt in de eerste plaats aan de algemeen verbreide opvatting dat poëzie iets moeilijks is. Dat is in zekere zin ook zo: alles wat de moeite waard is, vergt moeite, maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld de liefde, en er zijn niet veel mensen die daar derhalve maar van afzien.

Dat misverstand over de moeilijkheid van poëzie wordt in stand gehouden en gevoed door een bepaald soort poëziekritiek, die in een zo ontmoedigende taal is geschreven, dat zelfs mij de lust tot doorleven, laat staan lezen vergaat. Het benadrukken van de diepzinnigheid van ontbrekende interpunctie ('Omdat er geen punt aan het eind staat, gaat het gedicht als het ware dóór') of de immer terugkerende observatie dat het eigenlijk gaat om 'het wit op de pagina'; het is genoeg om de meest gemotiveerde liefhebber aan de drank te krijgen. Tja, denkt zo'n liefhebber, als het zo zit, kan ik beter meteen een dummy kopen." (...)

(dummy heeft verscheidene betekenissen, zoals een lege kist, fles of etalageverpakking, een blinde kaart bij een kaartspel en iets wat nagemaakt is, bijvoorbeeld een boekband van een boek met lege bladzijden, Henk)

Henk Ubas

 

11. Valt mijn gedicht onder poëzie? Zes richtlijnen.

Je gedicht is klaar. Voor jouw gevoel klopt het. Toch slaat dan vaak de twijfel toe. Vooral beginnende dichters van het vrije vers worstelen met die ene vraag. Valt mijn gedicht onder poëzie? Is het wel een gedicht of meer een mijmering? Dat de vorm van het vrije vers zelf bepaald kan worden betekent niet automatisch dat je alle kenmerken van poëzie uit het oog mag verliezen. Feedback vragen aan anderen kan verhelderend werken. Opbouwende kritiek is prettig maar een beoordeling van een gedicht is altijd subjectief. Hieronder zes richtlijnen om zelf te beoordelen of jouw gedicht onder poëzie valt.

Is het lezenswaardig?

Lezenswaardig betekent dat het niet alleen waarde voor jezelf heeft maar dat je er een groter publiek mee aanspreekt. Dit is het meest wezenlijke kenmerk van poëzie. Vraag jezelf af wat de toegevoegde waarde is van jouw gedicht. Biedt het herkenning of schud je de lezer wakker? Ontroert het of kom je cynisch uit de hoek? Roept het vragen op of zet je de wereld op zijn kop? Alles is goed zolang je de lezer maar iets brengt waardoor je hem aanraakt. Dan ga je voorbij de mijmering.

Komt de emotie over?

Roept je gedicht emotie op bij de lezer of alleen bij jou? Wanneer je puur hebt omschreven wat jouw gevoel is, creëer je afstand tussen jou en de lezer. Die zit namelijk niet te wachten op jouw gevoel en stagneert als het ware. Dat is zonde en het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken. De lezer verwacht dat jij bij hem gevoel teweegbrengt! Je zuigt hem in je gedicht door een gevoel uit jezelf zo te verwoorden dat het juist de ander raakt. Dan ontstaat er herkenning van een gevoel dat je samen deelt.

Zeg je meer met minder?

Poëzie is geconcentreerder dan proza, je zegt veel meer met minder woorden. Zinnen kunnen een dubbele betekenis hebben. Schrap alle overbodige woorden en wees zo impliciet mogelijk. Ieder woord in je gedicht moet een functie hebben. Zorg voor een goede samenhang. Dat brengt de boodschap over en houdt de aandacht van de lezer vast.

Maak je gebruik van stijlmiddelen?

Ook in het vrije vers staan alle stijlmiddelen tot je beschikking. Het gebruik ervan is een belangrijk kenmerk van poëzie. Niet alle stijlmiddelen hoeven gebruikt te worden. Het is maar net waar je voorkeur ligt. Wat de klank betreft maken bijvoorbeeld alliteratie, herhaling, assonantie (klinkerrijm) en rijm en ritme je gedicht muzikaal. Stijlmiddelen die de betekenis betreffen brengen diepere lagen aan in je gedicht. Denk bijvoorbeeld aan beeldspraak, meerduidigheid (dubbelzinnigheid) en vergelijking.

Ben je concreet en beeldend?

Abstracte begrippen zoals liefde en vrijheid  brengen geen direct gevoel over en moet je vertalen naar concreet pakkende beelden. Geef een levendige voorstelling. Vermijd clichés en wees origineel. Dit doe je door gebruik te maken van associaties en metaforen. Speel met de taal en maak het spannend voor de lezer! Neem het abstracte begrip lente. In de eerste poëtische regel van het gedicht Februarizon beschrijft Paul Rodenko het prille begin hiervan in een concreet pakkend beeld. Je weet wat hij bedoelt zonder dat hij het woord lente gebruikt: “Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open”

Hoe zit het met de vorm?

De vorm van het vrije vers kun je helemaal zelf bepalen. Toch een paar tips: een korte zin houdt de aandacht vast, ook in een gedicht zonder strofes. Het gebruik van strofes schept orde en biedt overzichtelijkheid. Als je strofes gebruikt dan is het mooier als ze op zichzelf een eenheid vormen en op natuurlijke wijze doorlopen in de volgende. Maar uiteindelijk bepaal jij dit helemaal zelf.

Door: Janine Jongsma, lees meer op haar website.

Gelezen door Henk Ubas

 

18. TIPS OM EEN GEDICHT TE SCHRIJVEN

Voordat je begint met het schrijven van een gedicht is het belangrijk om te weten wat je met je gedicht wil gaan zeggen. Hierbij tips voor het schrijven van een gedicht waarmee je direct uit de voeten kunt.

1. Stel een doel vast

Als je niet weet wat je wil dichten – of vooral: waarvoor je je gedicht schrijft – zal het negen van de tien keer moeilijkheden opleveren tijdens het dichten. Vraag jezelf af wat jouw gedicht moet ‘doen’. Beschrijft het stuk een ervaring uit jouw leven, een sociaal standpunt of de schoonheid van de wereld? Wat wil je zeggen met het gedicht? Zorg ervoor dat elk onderdeel van het gedicht terugslaat op het doel.

2. Verdraai de waarheid van het cliché

Van Dale beschrijft een cliché als een ‘overbekende waarheid’ en een ‘al te vaak gebruikte uitdrukking’. Alle emotie is als het ware uit de uitdrukking geperst, waardoor het juist niks meer zegt. In poëzie kan dit de domper zijn waardoor de lezer het gedicht links laat liggen. Mensen willen iets creatiefs lezen, iets wat ze nog nooit eerder hebben gezien.

3. Vermijd sentimentaliteit

Hoe vaak gaat een gedicht over schuldgevoel, haat of jonge geliefden? Als een onderwerp gebruikt wordt puur omdat de dichter eens besluit daarover te dichten, zal het negen van de tien keer geforceerd overkomen op de lezer. Als dichter sla je dan de plank mis; de lezer zal niet meer geïnteresseerd zijn in wat je echt wil zeggen. Schrijf vanuit jezelf, vanuit je gevoel.

4. Gebruik verbeelding

De ‘show, don’t tell’-regel is bij poëzie misschien nog wel belangrijker dan bij proza. Poëzie moet alle zintuigen aanspreken. Komt er een zon voor in jouw gedicht? Beschrijf hoe de stralen eruitzien, hoe de warmte aanvoelt. Moet de lezer een stofzuiger horen? Laat hem of haar deze dan echt horen. Wees een camera voor de lezer. Laat de lezer zijn, waar jij wilt dat ze zijn.

5. Gebruik metaforen

Metaforen zijn een andere manier om verbeelding aan te brengen in een gedicht. In plaats van te laten zien, ruiken, voelen of horen, portretteer je het betreffende onderwerp als iets anders. ‘Hij glibberde als een aal tussen het publiek door’. Natuurlijk begrijpt de lezer dat het niet om een echte aal gaat, maar om het karakter en de bewegingen van de persoon. Deze metafoor spreekt veel meer tot de verbeelding dan: ‘Hij liep tussen de mensen door’.

6. Gebruik concrete woorden

Dichters hebben de neiging om abstracte termen te gebruiken. Woorden als liefde, schoonheid en vrijheid kom je vaak tegen. Maar wat zeggen die woorden nu precies? Iedereen heeft een andere herinnering of ervaring bij het woord liefde, dus loop je als dichter de kans dat je lezer een heel andere voorstelling krijgt bij wat je probeert te beschrijven. Gebruik daarom concrete woorden om de lezer een beeld te laten vormen. Dit beeld verschijnt automatisch in hun gedachten en dwingt de lezer als het ware stil te staan bij de tekst. Abstracte woorden gaan meestal het ene oor erin en het andere weer uit.

7. Wees voorzichtig, rijm is opzichtig

Als je rijm gebruikt in gedichten, wees dan voorzichtig met de rijmende woorden. Verzin geen woorden die toevallig bij elkaar passen. In het ergste geval creëer je een vrolijke klinkend gedicht, terwijl het stuk over bijvoorbeeld onderdrukking gaat. Probeer het gedicht eerst zonder rijm op te stellen of met alleen alliteraties. Als je voelt dat je er klaar voor bent, voeg dan de rijm toe en kijk of het resultaat het gedicht beter maakt.

8. Zet het onderwerp op zijn kop

De kracht van een dichter zit hem in het omgooien van de werkelijkheid. Zie het alledaagse alsof je het voor het eerst in je leven ziet. Kijk bijvoorbeeld eens naar de mensen in de bus. Hoe zou hun dag eruit zien? Wat zouden zij als klein kind hebben ervaren? Verzin scenario’s waar je normaal gesproken niet bij stil zou staan en gebruik ze om je te laten inspireren.

9. Herschrijf, herschrijf en herschrijf

Als je de eerste versie van een gedicht af hebt, is het eigenlijk nog lang niet klaar. De meeste succesvolle gedichten kennen meerdere versies, soms wel meer dan tien. Als je een gedicht af hebt, laat het dan een dag of twee liggen. Kijk er later weer naar en vraag jezelf af: snap ik dit zonder enige voorkennis? Zouden er details bij kunnen of juist weggelaten kunnen worden? Laat het gedicht ook aan andere mensen zien en vraag om kritische feedback.

Gelezen door Henk Ubas

 

17. Gedichtendag 2014 - Verwondering

Gedichtendag focust dit jaar (2014) op het wonderlijke onvoorspelbare van de taal. Dichters zullen verrassend uit de hoek komen, woorden zullen wonderen baren, gedichten zullen alleen al door hun vorm verbazen.
Gedichtendag is ieder jaar hét poëziefeest van Nederland en Vlaanderen, de dag waarop de poëzie in het zonnetje wordt gezet. Waar je ook gaat, overal kom je gedichten tegen: op school, in de bibliotheek, in winkels, theaters en musea, op het werk of gewoon op straat. Ook kranten, radio, televisie en het internet klinken die dag een stuk poëtischer.

Verwondering

Alles begint met verwondering: de eerste woordjes, grote liefde, de ontdekking van het nog ongekende. Wie zich openstelt en onbevangen naar de wereld kijkt, verbaast zich: er is veel wonderlijks te zien, er is veel verrassends te beleven. Poëzie heeft de kracht om je onverwacht de verrassende andere kant van dingen te laten zien.

Daarover gaat poëzie

Gedichten kunnen spreken als je met stomheid geslagen bent, als je niet meer weet hoe je verwondering, je verbazing, dat bevreemdende en onbestemde gevoel te verwoorden. Maar ze kunnen meer dan dat. Ze kunnen je wonderen ook laten beleven. Alleen al door de manier waarop de woorden bij elkaar staan bezorgen ze je een nieuwe kijk op de wereld en krijg je oog voor al het kleine dat zo vaak veronachtzaamd wordt. Poëzie heeft de kracht om je onverwacht de verrassende andere kant van dingen te laten zien.

Gelezen door Henk Ubas

 

22. De Ridderdichters - wat is dat voor een club?

Je hoort wel eens zeggen: Ik kan misschien best aardig schrijven, maar aan poëzie waag ik me niet.
Denk jij dat weleens bij jezelf?
Poëzie hoeft niet ‘moeilijk’ te zijn. Poëzie leeft, door poëzie kan je je uiten, een mening geven, je hart luchten, iets mededelen, door poëzie kan je verrast worden, poëzie is voor iedereen weggelegd!
Het is geen must om zogenaamde grote woorden tot je beschikking te hebben: kleine, alledaagse zijn vaak veelzeggender. Rijmen je gedichten niet? Helemaal prima! Bijna alle hedendaagse dichters maken gebruik van de vrije versvorm. Het schrijven van gedichten is geen zaak van goddelijke inspiratie, waarvoor je je moet opsluiten in een ivoren toren.

En de Ridderdichters?
Dat zijn amateurdichters. We horen en lezen elkaars gedichten zonder oordeel. We geven raad als ernaar gevraagd wordt. Alle gedichten zijn even waardevol. Ieder krijgt de mogelijkheid een gedichtje in De Combinatie te laten zetten, alleen als je dat wil.
Op onze bijeenkomsten kan je horen vertellen over een dichter, een gedicht of iets over poëzie in het algemeen.
Ook kan je aan bepaalde activiteiten deelnemen, ook dat is vrijblijvend.
Onze bijeenkomsten zijn gezellige ontmoetingen waar je je liefde voor taal en je liefhebberij (gedichtjes maken) met anderen kan delen.

www.deridderdichters.nl

Henk Ubas
 

19. DICHTEN ALS LEERMOMENT

Vele mensen in Nederland dichten als hobby. Sommigen van hen hebben als doel te publiceren, anderen houden hun schrijfwerk toch liever privé. Schrijven is meer dan alleen de drang om uitgegeven te worden.

Dichten is een roeping Sta er maar eens bij stil. Hoeveel dichters ken jij die voor hun plezier dag in, dag uit gaan zitten om passende woorden te vinden? Dichters schrijven omdat ze de drang hebben iets naar buiten te brengen. Ze willen hun gedachten spuien, lezers aan het denken zetten of gewoon hun verhalen delen met hun medemens. Hoe je het ook wendt of keert, je schrijft omdat het een onderdeel van je is.

Dichten is zelfexpressie Sommige mensen moeten eens in de week sporten, anders voelen ze zich niet op hun gemak. Bij schrijvers is dit net zo. Je kunt het vergelijken met een verslaving, een goede verslaving, waar je het liefst zo vaak mogelijk van geniet. Maar wel met mate. Misschien zit er wel een waardevolle levensles verstopt in je schrijfwerk dat eens het leven van iemand zal veranderen.

Je verbetert met elk woord dat je dicht Als je een willekeurige bekende dichter om tips voor het dichten vraagt, antwoordt hij negen van de tien keer met: 'Blijf dichten”.. Niet alles wat je schrijft is bedoeld voor publicatie. Beter nog: het overgrote dichtwerk dat je produceert is bedoeld om te leren. Maar je wordt alleen beter als je dat ook wil worden. Wil je dat andere mensen jouw gedichten serieus nemen, dan moet je dat zelf ook doen. De valkuil van menig dichter is dat ze te vlug overtuigd zijn van hun eigen kunnen. Realiseer dat je altijd zult blijven leren, dat zelfs bekende dichters telkens twijfelen over hun geschreven werk. Probeer daarom altijd als je leest en schrijft een leermoment uit de ervaring te halen.

Gelezen door Henk Ubas
 
 
21. Hoe mijn gedichten ontstaan – Hester Knibbe

Bewerk je eerdere gedichten wel eens? Soms. In mijn verzamelbundel heb ik sommige gedichten aangepast. Een laatste regel weggelaten bijvoorbeeld. Let er maar eens op: de laatste zin is vaak overbodig, een soort uitleg, een die je de lezer zelf moet gunnen. Laatste regels, je zou er een scriptie aan kunnen wijden

Hoe ontstaan jouw gedichten? Zonder bewust bezig te zijn met het ontstaan. Ik werk op zolder, met uitzicht op de plas. Ik leg mijn mobieltje weg en zet mijn e-mailverklikker uit: om me beter te kunnen concentreren. Ik kan de bel niet horen en dat is ook prettig. Als die concentratie er eenmaal is, heb ik weinig benul van tijd en kan ik lang achtereen werken. Als ik er niet uitkom, ga ik iets anders doen, naar de supermarkt of bladeren in het synoniemenwoordenboek. Of een eind wandelen, echt wandelen bedoel ik daarmee, stevig doorstappen. Dan ontstaat weleens het juiste ritme in mijn hoofd, schiet me het goede woord te binnen. Ik heb altijd een boekje bij me om invallen op te schrijven. Zo’n onderbreking werkt vaak efficiënter dan doorwerken. Soms krijg ik op de grens van waken en slapen een idee. Dat zet ik dan even in mijn mobieltje.

Juist omdat ik een vrij beroep heb, en ik niet dagelijks om 8 of 9u op het werk hoef te verschijnen, is discipline belangrijk. Ik maak een dagindeling: dit, dat en dat, zodat ik af kan strepen.

Het schrijven zelf kan ik niet sturen. Gaandeweg merk ik dat mijn gedichten een bepaalde kant op gaan. Daar luister ik naar, ik laat het toe, nieuwsgierig naar wat er gebeurt, wat de uitkomst zal zijn.

O, en die prullenbak op het bureaublad van de computer? Daar maak ik veelvuldig gebruik van. Dat kan ik iedere dichter aanraden. Het is goed om jezelf te dwingen je zo precies en goed mogelijk uit te drukken, te schrijven, om je letterlijk te ontdoen van het overbodige. Het zorgt ervoor dat je helderder gaat denken. Wat dat betreft lijkt mijn oude beroep farmaceutisch analiste er wel op: ordenen, doseren. Een exact beroep kan het schrijven zeker ten goede komen. Analytisch zijn, onderzoeken wat er gebeurt als je iets toevoegt of weglaat, experimenteren. Het hoort er allemaal bij. Wist je dat Goethe natuurkundige was? En van Einstein wordt gezegd dat hij schitterend kon schrijven.

Door wat in de media verschijnt, wat ik tegenkom in mijn leven word ik onbewust op een spoor gezet.

Je begeleidt wel eens studenten van de Schrijversvakschool. Hoe komen zij van een vergelijkbare prettige start tot een goed eindresultaat: een bundel?
De manier waarop iemand omgaat met vragen en suggesties, zegt soms al iets. Wanneer ik een dichtbundel van een jonge dichter ontvang, is talent te herkennen aan de beeldende originaliteit en de gewaagdheid van de gedichten. Maar het blijft afwachten wie doorbreekt en wie niet. Kritisch kijken naar eigen werk, zeg ik tegen mijn studenten.

Poëzie kun je niet altijd afdwingen. Laat het tot op zekere hoogte maar gebeuren, raad ik beginnende dichters aan. Bekijk of je in de gedichten die je hebt geschreven een gemeenschappelijk thema kunt ontdekken, een rode draad waaraan je wellicht andere gedichten kunt rijgen om zo tot een bundel te komen.

Nog een tip: lees veel, ook gedichten die je wellicht niet gelijk aanspreken. Zo leer je verschillende stijlen, invalshoeken kennen. Daarnaast: maak royaal gebruik van dat prullenbakje op je bureaublad en/of naast je werktafel. Durf werk weg te gooien en opnieuw te beginnen.’

We kijken ten slotte nog even naar haar laatste bundel die voor ons ligt. Ontstaan na veel nadenken, schrijven en herschrijven.

(Deel van een interview met de dichteres Hester Knibbe.)

Gelezen door Henk Ubas
 
 

8. Samen gedichten lezen

Uitgangspunt
In het – hardop –lezen en trachten te begrijpen van het gedicht gaan we betekenissen toekennen aan de tekst. Betekenissen die voortkomen uit ons eigen leven, onze biografie en de teksten die in ons leven een rol spelen. We worden mededichters van het gedicht. Daarmee kunnen we betekenis geven aan de tekst die de dichter zelf er niet heeft ingelegd. Dat kan niet eindeloos, de woorden zelf geven ook de grenzen van de interpretatie aan. Je kunt hoog en laag springen, maar het eerste gedicht gaat niet over de dierentuin.
Omdat we de gedichten in een groep bcspreken horen we ook betekenissen en interpretaties die ons opnieuw naar de tekst doen kijken en nieuwe elementen toevoegen. Zo worden we een gemeenschap van lezers, en betekenisgevers.
In het lezen van het gedicht gaat het om zorgvuldigheid en belangeloosheid. Probeer langzaam te lezen, vertraag!

Last

Vertraag.
Vertraag.
Vertraag je stap.

Stap trager dan je hartslag vraagt.

Verlangzaam.
Verlangzaam.
Verlangzaam je verlangen.

En verdwijn met mate.

Neem niet te tijd
En laat de tijd je nemen –
Laat.

Leonard Nolens, En verdwyn met mate, Hart tegen Hart, Gedichien 1975-1996

Een manier om te vertragen is het gedicht hardop tc lezen, over te schrijven of te typen, de vorm van het gedicht te analyseren, te letten op rijmschema's, binnenrijm etc.
Sowieso zijn de klanken zelf, het muzikale aspect incl. ritme van belang, er bestaan zelfs klankgedichten. Stijlfiguren, alliteratie, onomatopee, regelval, het zijn allemaal hulpmiddelen om zorgvuldig te kijken en de uiteindelijke betekenisgeving uit te stellen.

Nu het gedicht wat uit elkaar gehaald is, ontstaat er ruimte en kunnen we ook wat makkelijker gaan associëren bij de woorden en begrippen. De ene associatie roept de ander op. Hier raak je soms aan de grens van de betekenis van de woorden in het gedicht en moet je weer terug naar de letterlijke tekst. Gaandeweg ontstaat er overeenkomst over de betekenis van diverse woorden en zinswendingen, coupletten of zelfs een gedicht in zijn geheel.
Gelezen door Henk Ubas
Andries Govaart I Lawickse Altee 6707AG Wageningen www.anderszins.eu mandergime | a. govaart@planet.nl | 0317 426159

Gelezen door Henk Ubas
 ^